‘Mama! Ga je zó werken?’ – Leven en werken in balans
Deze week had ik een klusjesdag gepland voor mijn werk, de maandag. Dat is een wat ongebruikelijke dag om klussen te doen want meestal werk ik dan met cliënten. Maar deze week kwam me dat toch beter uit. Ik heb de afgelopen tijd veel bij- en nascholing gedaan, echt ontzettend leuk en leerzaam, maar m’n administratie is wat blijven liggen. Het is niet handig dat maar voor me uit te schuiven, dus dan er maar een dag voor ingepland.
Zo’n klusdag hoeft voor mij niet ‘strak in het pak’ dat doe ik graag in m’n spijkerbroek. Dus op maandagmorgen schoof ik in vrijetijdskleren aan het ontbijt. Onze kinderen keken me aan met grote ogen. Het was even stil. “Máma! Ga je zó werken? In dié kleren?” Ik was nog niet helemaal bij mijn positieven om in te zien wat ze bedoelden. Dus ik zei: “Ja, vandaag wel.” “Maar dat kán toch helemaal niet, dat is helemaal niet netjes in die kleren. Waarom heb je je nette kleren niet aan? Je kunt toch niet met mensen praten in die lelijke kleren?” Toen werd ik wakker. (Ja, ‘lelijke kleren’ dat had me wakker geschud, ik vind het erg moeilijk om kleren bij elkaar te zoeken.) Ik legde de kinderen uit dat ik vandaag wel werkte maar niet met mensen sprak en dat ik vond dat ik dan best een spijkerbroek aan kon doen. Daar konden ze mee instemmen maar dat ‘pyama-achtige t-shirt’ dat kon toch écht niet, gaven ze me nog even mee.
Later zette het me aan het denken. Waarom kleden wij ons zoals we doen? Wat zegt dat over ons? Wat laten we zien aan anderen met onze kleding? Zijn we onszelf of is het een vorm van onszelf die we laten zien? Leuk om eens even bij te stil staan!
Een verrassende boswandeling
Onlangs hadden een cliënt en ik een bijzondere ervaring: een boswandeling als therapie. Tijdens de boswandeling liep de cliënt zijn levensloop. Hij bepaalde zelf waar hij naar toe wilde lopen, of hij linksaf zou gaan of rechtsaf en waar hij wilde stoppen om een hoogte- of dieptepunt in zijn leven te overdenken en eventuele ballast achter zich te laten. Hoewel het de laatste dagen erg koud was geweest, scheen die morgen de zon. Dat kon niet beter!
Het werd een bijzondere wandeling. Op de punten waar hij wilde stoppen, ontdekte hij dat de natuur daarbij informatie gaf. Hij zag ‘obstakels’, ‘brede wegen’, ‘modderpaadjes’, ‘chaos’, ‘nieuw leven’, enz. De opgedane kennis uit de therapie kwam hier, met wat hij zag in de natuur, bij elkaar. Het versterkte zijn idee dat hij wist wat hij wilde en hij ervoer dat de kant die hij op wilde gaan, goed was.
Waarom zag hij dingen die precies aansloten bij waar hij mee bezig was? De bekende psychiater Jung noemt dit ‘synchroniciteit’. De cliënt liep heel bewust zijn eigen weg, koos zijn eigen paden en stond bewust stil op het moment dat hij ervoor koos een hoogte- of dieptepunt te overdenken. Zijn gedachten waren dus gefocust en wat hij oppikte uit zijn omgeving was iets wat daarbij aansloot. Iets dat ergens aan linkt, een associatie. Dit komt boven uit ons onderbewuste. Ons onderbewuste is veel en veel groter dan ons bewuste. Het wordt vooral aangestuurd door emoties. Daarom is zo’n wandeling ook wel te zien als een samenkomen van dingen die je bewust weet en de dingen die je onbewust weet.
Ook jij kent signalen van je onderbewuste. Ga je naar een feestje, dan voel je hoe de sfeer daar is, nog zonder dat je iemand gesproken hebt. Als je iemand voor de eerste keer leert kennen, heb je binnen een paar seconden een beeld van iemand. Allemaal signalen die jij oppikt.
De levensloop-wandeling is een erg mooie methode en brengt al wandelend, loslatend, mooie en diepere inzichten.
Goed of niet goed?
Een half uur aan één stuk gejogd van de week! Het lijkt wel of ik schrijf ‘gejokt’, maar het is echt waar, ik heb mijn doel gehaald: een hálf uur aan één stuk hard gelopen. Ik was vreselijk trots op mezelf, nog nooit in mijn leven heb ik dat gepresteerd. Dat was mijn positieve denken van die dag.
Er was ook een negatief denken en nog wel tijdens het joggen: de zon scheen en daardoor kon ik mijn schaduw zien lopen… wat een schrik! Het vrolijke beeld wat ik van mezelf in mijn hoofd had, ging razendsnel aan diggelen. Daar liep geen fitte, vrolijke, soepel lopende vrouw, nee, daar liep iemand die ik nog niet gezien had! Een zwoegend, zeulend, oud mensje, dat nauwelijks vooruit kwam. Acuut hoorde ik mijn ademhaling: hijgen, hijgen en nog eens hijgen. De zon verdween letterlijk en figuurlijk achter een wolk. Toen bedacht ik me dat ik van de week in de spiegel gezien had dat mijn haren toch aardig wat grijzer waren geworden. En ik had zelfs een onderzoekende blik in de spiegel geworpen want rond mijn mond waren verticale streepjes gekomen… die plooitjes had ik nog nooit eerder gezien. Help, het verval treedt in!
Hé Hetty! Wat ben je aan het doen? Ik moest mezelf even tot de orde roepen. Kom op, je bent bezig je doel te halen en je praat jezelf de put in! Dat gaat zomaar niet. Ik moest nog zeker tien minuten joggen en ik had dus voldoende tijd om ‘om te denken’. Wilde ik, terwijl ik bezig was een topprestatie te leveren, zo negatief over mezelf denken? Of wilde ik het anders zien? Ik koos voor het laatste. Dus ik heb mezelf verteld dat ik, ondanks mijn oude vrouwtjes-achtige joggen, wèl heel goed bezig was. Ik kon toch al merken dat ik veel fitter was? Moet ik ècht als een jonge hinde door het bos sprinten? Nee, dat hoeft niet, het is al ontzettend leuk om als iets oudere moeder samen met mijn gezin hard te lopen. Ik vond dat ik best trots mocht zijn: toch maar voor het eerst van mijn leven een half uur hard gelopen! En grijze haren en rimpels? Een coach/therapeut mag ook wel een beetje een ‘wijze’ uitstraling hebben, toch? Zo ‘om-denkend’ werd ik vrolijker en voelde ik me waarachtig nog fit genoeg om als grijzende, gerimpelde en hijgende bijna-vijftiger er nog een paar minuutjes extra bijaan te knopen!
Tip voor jou: denk je negatief over jezelf of over jouw prestaties? Denk om! Een negatieve houding is als een lekke band: je komt er nergens mee tenzij je er wat aan doet.